Jongerenvereniging Sandraudiga

Geschreven door Ton Kunst

Een Zundertse jongerenclub in de zestiger jaren.  [1]

Zundertse tieners richtten eind 1960 een “jongstudentenvereniging” op.  De ”studenten” waren gewoon leerlingen van middelbare scholen zoals het lyceum, de kweekschool en de mulo.  Een half jaartje na de oprichting werd de studentikoze pretentie losgelaten en werd  de officiële naam: “Jongeren-Vereniging Sandraudiga” (J.V.S.). De J. V. Sandraudiga was een gemengde en voor elke geloofsovertuiging toegankelijke vereniging en vormde  om die redenen een breekijzer in de maatschappelijke structuren van die tijd. Het statutaire doel van de jongerenvereniging was de geestelijke ontwikkeling en ontspanning van haar leden. Op haar top had Sandraudiga meer dan 100 leden. De jongerenvereniging organiseerde culturele en sportieve activiteiten. Sandraudiga heeft ruim 3 ½  jaar bestaan.  De jaren 1961 en 1962 vormden het hoogtepunt.  Daarna werd het snel minder.

Zundert in 1960

Het dorp Zundert telde ongeveer 5000 inwoners. De kost werd verdiend in o.a. de land- en tuinbouw  en boomkwekerijen, in transport en industrie, in de middenstand, in de horeca, in de bouw en aan de grens bij Wernhoutsburg. Salarissen werden nog wekelijks contant uitbetaald in het loonzakje. De conservenfabriek van Kouwenberg, in de volksmond “de sjamfabiek”, met veel Zundertse huisvlijt door het schillen van appels en peren, was in 1957 overgenomen door de gebroeders Zuiderent uit Schravenzande en kreeg de nieuwe naam Groko. De Groko was in 1960 de grootste Zundertse  fabriek, waar  honderden seizoenwerkers uit de Belgische regio werkten en zelfs al Yoegoslavische vrouwen, die woonden in de voormalige notariswoning aan de Molenstraat.
De zomerkermis stond op de Markt en het Poteind. Het kermispubliek liep heen en weer door de Molenstraat. Zaalhouders hielden dansavonden, waarbij arbeiders, boeren en burgers elk hun eigen favoriete plek  hadden (resp. zaal Romantica, zaal Victoria en zaal de Roskam). ’s Zomers waren er Bal Champêtre’s bij het theehuis op het sportpark en met het bloemencorso op de Markt tussen de hoge tribunes. De jeugd leerde dansen van Jan Vriens met vrouw en dochter José (jongste mannequin van Nederland) in de zaal van de Roskam én (ondanks het op de preekstoel gegeven negatieve advies van de pastoor) van mevr. Ameling en haar (ook knappe) dochters uit Breda in het theehuis op het sportpark de Wildert.
Het voortgezet onderwijs was in Zundert aanwezig met een tuinbouwschool, een huishoudschool, twee mulo’s en een gymnasium (bij de paters van Wernhoutsburg).
Veel jongelui gingen buiten Zundert naar allerhande opleidingen. Er werd wat afgefietst.
De gemeentelijke politiek werd bedreven door pure namenlijsten (landelijke partijen deden nog niet mee). In de gemeenteraad zaten 15 leden. Twee van hen waren wethouder.
De bebouwde kom van Zundert bestond uit de Molenstraat, het Poteind, de Wernhoutse weg en Grote Heistraat,  de Wildertsedijk, de Manderslaan tot achter het gasthuis,  de Markt en de Katerstraat, de Willem Passtoorsstraat, de Veldstraat, de Rucphenseweg en Blauwstraat, de Nachtegaalstraat, Vinkenstraat en Lijsterstraat en de Achtmaalseweg.   Alles daartussenin en daarbuiten was nog onbebouwde land- en tuinbouw – of kwekerijgrond.  De Hofdreef was een zandpad, tussen de kwekerijen. Het Nederven en het Laar waren nog kwekerijgrond. De Berk was nog geen woonwijk.
De Tuintjes achter de Molenstraat was nog een echt padje achter langs de achtertuinen. Ook de tuintjes tussen de Veldstraat en de Molenstraat liep nog door kwekerijen.
De aanleg van het Nassauplein is in 1960 begonnen en het Oranjeplein bestond nog niet.
De huizen werden verwarmd met kolenkachels, hout-  of oliekachels – en elektrische kacheltjes. Gekookt werd er op butagas. Er was nog geen aardgas.
Sportpark de Wildert was zes jaar in gebruik  met voetbalvelden, een wielerbaan, tennisvelden en een zwembad.  Vierdeklasser v..v. Zundert was er thuis.
De route van het bloemencorso liep nog over de Markt door de Katerstraat.

De officiële naam van de Markt was toen “Margriet van de Laerplein”.
Het internationale (vracht-)verkeer reed nog dwars door het dorp en de BBA bus reed heen en weer tussen de grens bij Wernhoutsburg en het treinstation van Breda.

Zundert in vogelvlucht in de zestiger jaren.

[1]  Dit was niet voor het eerst dat de naam Sandraudiga in Zundert opdook. 
De vondst op Stuivezand/Tiggelt in 1812 van een aan “Dea Sandraudiga” gewijde altaarsteen was de eerste keer. Deze steen is te bewonderen in het rijksmuseum van Oudheden in Leiden.
De Zundertse gemeentesecretaris Jac. Beljaars liet 100 jaar later een huis bouwen en noemde het “Sandraudiga”. (Het Land aan de Breede Aa, Heemkundekring Zundert,  april 2019). Dit huis staat er nog steeds; Bredaseweg 15.
Vervolgens droeg de Zundertse  voetbalclub van 1924 tot 1927 de naam “Sandraudiga”. ( Zundert 100 jaar sport  1900 – 2000.).
Ook een volksdansclub in de zestiger jaren, die geleid werd door mevr. R. Nouws, droeg de naam Sandraudiga. Heden ten dage is het jaarlijkse voetbaltoernooi tussen de zes clubs uit de gemeente Zundert bekend als het “Sandraudigatoernooi”.

Aanloop tot de oprichting van een culturele jongerenvereniging.

Het  idee tot oprichting van Sandraudiga ontstond in de  “pettenclub”.  Zundertse jongens, die in Breda op het OLV lyceum zaten en die naar school fietsten met, om onduidelijke redenen, een blauwgeruite pet op hun hoofd. Welke beweegredenen een rol speelden is onduidelijk. Misschien een mengeling van puberaal afzetten tegen de bestaande verzuiling, de behoefte aan culturele verdieping en amusement én de voorkeur voor gemengde activiteiten van jongens en meisjes. Nadat op de fiets het idee van de oprichting van een `studentenclub` was besproken, vond in het voorjaar van 1960 de eerste min of meer formele bijeenkomst plaats in huize van Rijn op de Markt in Zundert. De aanwezigen, Umberto van Rijn, Kees Huijbregts, Peer Kunst, Frans Lombarts en Nel van de Berg omarmden het idee en vormden een initiatiefgroep.

Zij begonnen aan de moeilijke taak om een algemene (iedereen kon lid worden ongeacht zijn religie) en gemengde (voor jongens én meisjes) culturele jongerenclub van de grond te trekken. Een algemene en gemengde club voor jongeren  was tamelijk revolutionair in die tijd. De beoogde club van schoolgaande jongeren was wezensvreemd aan de bestaande structuren van plattelandsjongeren (KPJ) en werkende jongeren (KWJ), die georganiseerd waren op basis van hun sociale positie en hun geloofsovertuiging én met gescheiden afdelingen voor jongens en meisjes. Met name de pastoor zag de oprichting van een algemene en gemengde jongerenvereniging niet zitten. Hij zag zijn invloed afbrokkelen. De jongelui hadden  immers geen behoefte meer aan de  traditionele functie van een geestelijk adviseur. Pastoor Rops en kapelaan de Kroon waren dan ook tegen. Kapelaan Jan Hoevenaars was iets moderner en keek wat sympathieker naar de ontwikkeling, maar had geen doorslaggevende invloed op de pastorie. Om de afwijzende visie van de pastoor en daarmee ook de mogelijke weigering van toegang tot het parochiehuis te neutraliseren, wendde de initiatiefgroep zich tot de Bredase bisschop. De jeugdraad van het bisdom had wel een positieve houding tegenover het initiatief van de Zundertse jeugd.   De nog op te richten vereniging zou in ieder geval gewoon gebruik kunnen maken van het parochiehuis. De protestante dominee van de Berg ondersteunde het initiatief. Meteen bij het eerste informatieve contact met Frans Lombarts was hij enthousiast over de plannen.  Dochter Nel stelde zich spontaan beschikbaar om de barricaden te bestormen en  mee te werken aan de totstandkoming van de jongerenvereniging.

Als tegenwicht tegen het ontbreken van de traditionele “geestelijke  begeleiding”  functioneerde de openlijke steun van architect Frans Brokx  en leraar Toon Pieters aan de initiatiefgroep.  Deze alom gerespecteerde volwassenen werden bij de oprichting als vaste adviseurs in het bestuur van de vereniging opgenomen. De gekozen naam was een verwijzing naar de godin Sandraudiga, waarvan in 1812 op Stuivezand / Tiggelt , bij de aanleg van de Napoleonsweg,  een altaarsteen was gevonden.

“Bier en Worstenbrood” (discussie over culturele peil en uitgaansleven van de jeugd)

Toen de initiatiefgroep van Sandraudiga, ná een klein half jaartje van noeste arbeid, aan de laatste loodjes bezig was om de oprichting van een culturele jongerenverening te realiseren, ontstond in het Zundertse weekblad een drietraps discussie over het culturele peil van Zundert. De discussie werd geopend door hoofdredacteur Edmond Vorsselmans, die stelde dat het culturele peil te laag was( 1).

De Sandraudiga-initiatiefgroep onderschreef die mening en stelde vervolgens ook dat de jeugd te veel dronk en te weinig aanbod van culturele zaken voorgeschoteld kreeg (2).  Daarop volgde weer een reactie van de K.A.J. (Katholieke Arbeiders Jeugd) (3) en van een persoon “namens de doorsneejeugd van Zundert” (4) . 

  1.  Op 20 oktober 1960 publiceert het Zundertse weekblad “De Boer” het  culturele programma voor de komende winter, opgesteld door de verenigingen. Het programma omvat bals, concerten, toneel en lezingen.  In zijn redactionele commentaar kraakt de krant een zeer kritische noot over de aard van het gebodene en stelt dat Zundert op cultureel gebied duidelijk én gevaarlijk ver achter is.  De redacteur vraagt zich (bewust generaliserend) af of de meeste Zundertenaren “eigenlijk alleen nog voelen voor worstenbrood, een borrel of bier en bal?” Dat de culturele verenigingen moeten vechten tegen hun ondergang laat de materialistisch ingestelde gemeenschap blijkbaar ongevoelig, aldus de krant, die het commentaar besluit met een oproep tot een culturele verheffing van de bevolking naar een peil, dat Zundert waardig is.
  2. De kritiek op het culturele niveau raakt blijkbaar een gevoelige snaar bij de initiatiefgroep Sandraudiga.  Want veertien dagen later doet het vijftal ( 17-/18-jarige) middelbare scholieren (Frans Lombarts, Louis Kollée, Peter Kunst, Umberto van Rijn en Kees Huijbregts), die al een aantal maanden intensief bezig zijn met de oprichting van de culturele jongerenvereniging Sandraudiga, een extra duit in het zakje. In “De Boer” van 5 november 1960 omschrijven zij de vrijetijdsbesteding van het grootste gedeelte van de Zundertse jeugd als het bezoeken van cafés en fritestenten. Daardoor krijgt de jeugd de naam “drinkebroers” te zijn. Het vijftal stelt de ouderen de vraag: “Moeten wij niet met vereende krachten voorkomen dat Zunderts hope hoe langer hoe meer zijn vertier zoekt bij de jukebox, de pils en op straat?” De briefschrijvers roepen op tot actie. “Mensen van Zundert hier moet verandering in komen. De jeugd lust ook nog wel iets anders dan bier en worstenbrood.  Wordt actief; stimuleer het bezoek van culturele evenementen en meer gepaste ontspanning voor de jeugd. Zunderts eer staat op het spel.”  
  3. De reactie hierop volgt weer twee weken later in “De Boer” van 19 november 1960. Een zevental leden (C. Bruijns, J. Pinxteren, A. v. Aert, W. de Bakker, L. de Hoon, J. Zagers en J. de Bruijn) van de K.A.J.  schrijft onder de kop: “Verbeter de Zundertse jeugd, maar begin bij jezelf.”, dat er niets mis is met een glaasje bier en een worstenbroodje op zijn tijd als gezonde ontspanning. Ook zijn er naar hun mening voldoende mogelijkheden tot ontspanning op sportief en cultureel gebied en bij jeugdverenigingen.
  4. In dezelfde krant van 19 november meldt A. Havermans “namens de doorsnee-jeugd van Zundert”, dat de boeren, de burgers en de elite  hun eigen ontspanning zoeken.  Hij spreekt de ingezonden briefschrijvers van Sandraudiga als volgt toe: “Beste kerels, jullie moeten alles niet zo zwaar zien. De Zundertse jeugd is heus zo slecht nog niet. Natuurlijk loopt er wel eens iemand aangeschoten door het dorp, maar je moet niet generaliseren. En met gekke kapsels, smalle broekjes, grote petten en ringbaardjes is de eer van Zundert ook niet hoog te houden. Over één ding zijn we het eens: er moet meer gedaan worden door de ouderen en hogere instanties om de jeugd van Zundert in de goede baan te houden.” Ook Havermans eindigt met: “Verbeter de wereld, maar begin met jezelf.”

Bijzonder is, dat precies in de laatste week van deze discussie over het culturele peil van Zundert en het uitgaansleven van de jeugd, de jongerenvereniging Sandraudiga op 18 november is opgericht (zie hierna).  Dat was in ieder geval een duidelijk verbeter-actie, die begon bij de jeugd zelf!

Gemeente Zundert.  

In de eerste brief van de initiatiefgroep aan de burgemeester (d.d. 9 juli 1960) werd het idee van een algemene (“zowel voor katholieken als andersdenkenden”) en gemengde vereniging voor schoolgaande jongeren toegelicht en de vraag gesteld hoe hij dacht over de oprichting van zo’n vereniging. Tegelijk werd hem  al het beschermheerschap van de vereniging aangeboden! Alhoewel burgemeester G. Manders welwillend stond tegenover het streven van de initiatiefgroep, wimpelde hij het verzoek tot beschermheerschap, als te voorbarig, af.

Ook het verzoek om steun bij het streven naar een Zunderts jeugdhuis, dat het Sandraudiga bestuur in september 1961 indiende, met een schetsontwerp van het beoogde gebouw door Frans Brokx, werd door het gemeentebestuur afgewezen onder verwijzing naar de mogelijkheden van het parochiehuis. Toch was de welwillendheid ten opzichte van Sandraudiga duidelijk bij het gemeentebestuur aanwezig, zoals o.a. bleek uit het besluit van de gemeenteraad van februari 1962 om Sandraudiga een jaarlijkse subsidie van fl. 100,- toe te kennen én bij het verlenen van vergunningen voor feestavondjes inclusief bal, kampvuren, carnavalsbals en loterijen.

Oprichting van Sandraudiga op 18 november 1960.

Na vele maanden voorbereiding, vond de formele oprichtingsvergadering plaats op 18 november 1960 in het parochiehuis. De circa vijftig aanwezige jongelui stemden in met de oprichting van een vereniging en kozen een bestuur. Het doel van de vereniging werd een half jaartje later (31 mei 1961) kort en krachtig in de statuten vastgelegd: “De vereniging stelt zich ten doel haar leden geestelijk te ontwikkelen en te ontspannen.”

Aantal leden
Op de oprichtingsvergadering in november 1960 melden zich 48 jongelui als lid. Zes weken later is het ledental opgelopen tot 57 (1 januari 1961). Op 1 augustus 1961 zijn er 86 leden (56 jongens en 30 meisjes). In januari 1962 zijn er 94 leden. In september van dat jaar zijn er weer 86 leden.

Het ledenverloop is niet helemaal duidelijk. In het archief zit een ongedateerde ledenlijst die ruim 130 namen vermeldt van jongelui die ooit lid zijn geweest. In de loop van 1963 begint het ledental drastisch te dalen. In februari 1964 zijn er nog 30 leden over.

Algemeen, Oecumenisch, Christelijk
Hoewel de nieuwe vereniging zich als “algemeen” presenteerde en “toegankelijk voor alle gezindten”, was de club zeker niet  anti-christelijk of heidens. De affichering “algemeen” was vooral bedoeld om zich los te maken van de katholieke zuil en van de bijbehorende geestelijke begeleiding / bemoeienis. Het overgrote deel van de leden was katholiek en een kleine minderheid was protestant. Qua activiteiten had de vereniging zeker wel belangstelling voor religie, overdenking en informatie over godsdienstige zaken. Zo werden op lezingen Oostpriesterhulp en het Tweede Vaticaans Concilie besproken en werd met kerstmis de nachtmis bezocht. Ook werd actief deelgenomen aan de bijeenkomsten van het Zundertse Jongerenappel. Ook praktisch was Sandraudiga actief met allerhande maatschappelijke hulpacties, zoals “spijkers met koppen” voor Oostpriesterhulp en geldinzamelingen voor de gezinszorg en het parochiehuis.  Maar de onafhankelijkheid van de geestelijkheid  bleef wel een gevoelig punt in het korte bestaan van de  jongerenvereniging. Zo leidde een voorstel tot het accepteren van geestelijke begeleiding in  april ‘62 tot een bestuurscrisis. Ook werd in het najaar van 1962 het initiatief van W. Leeuw om een Zundertse Jeugdraad op te richten zeer sceptisch beoordeeld door het Sandraudiga bestuur vanwege de duidelijke katholieke link.

Organisatie
Het bestuur van de Sandraudiga was de organisator van alle verenigingsbrede activiteiten. Omdat er leden met uiteenlopende interesses waren, had de vereniging onderafdelingen en werkgroepjes. Hier wijdden groepjes leden zich, soms wekelijks, aan activiteiten, waar zij specifiek belang in stelden.

Onderafdelingen en werkgroepjes waren:

  • Twee debatingclubs (Inleidingen en discussies over “alles” wat de jeugd interesseerde)
  • muziekband  (repetities  en optredens)
  • disco club (luisteren naar en discussiëren over populaire en klassieke muziek)
  • actieve kunstgroep (o.a. tekenen, boetseren en schilderen )
  • tafeltennisclub (trainingen en onderlinge wedstrijden)
  • redactie van het clubblad
  • Fuifcommissie (organisator van festiviteiten)

Herhaaldelijk is ook de oprichting van een toneelgroep geprobeerd, maar zonder resultaat.

Bestuurswisselingen

Het bestuur heeft vele en snelle wisselingen gekend. Vaak wegens studie, werk, militaire dienst enz. Ook zijn er bestuurscrises geweest, die tot aftreden van bestuursleden leidden. Daarnaast speelde een rol dat krachtens het huishoudelijk reglement de voorzittersfunctie elk jaar moest rouleren.

18 November 1960, 1e  bestuur
Frans Lombarts (voorzitter), Kees Huijbregts, Nel van de Berg, Umberto van Rijn en Ria Dekkers. Als permanente leden van het bestuur werden Frans Brokx en Toon Pieters aangewezen. Dit in de oprichtingsvergadering gekozen bestuur is maar krap twee maanden in functie geweest. In een ledenvergadering van januari 1961 werd al een nieuw bestuur gekozen. De eerste voorzitter Frans Lombarts sluit de pioniersperiode af en wijst op de unieke prestatie die is geleverd door de oprichting van een vereniging waarin jongeren van allerlei gezindten zich met elkaar wijden aan cultuur in de ruimste zin en aan de onderlinge kennismaking en vriendschap.

3 januari 1961, 2e bestuur
Piet van der Zanden (voorzitter), Kees Huijbregts, Nel van de Berg, Harrie Havermans en Annelies Bakx. Dit bestuur werd na negen maanden vervangen, omdat intussen de Statuten waren vastgesteld, waarin de loop van het verenigingsjaar “van september tot september” was bepaald. Het aftreden van dit bestuur en de bestuursverkiezing van september 1961 was dus een normaal agendapunt van de  jaarvergadering.\

Bestuurswisseling januari 1961, v.l.n.r.: Frans Brokx, Kees Huijbregts, Frans Lombarts, Piet vd Zanden, Harrie Havermans, Annelies Bakx, Nel vd Berg, Umberto v Rijn, Ria Dekkers

September 1961, 3e bestuur
Frans Lombarts (voorzitter), Janus de Labie (later Annie Bastiaanse), Theo Laseroms, Nel van de Berg en Annelies Bakx. Dit bestuur heeft twee crises meegemaakt. Al een maand ná het aantreden van dit bestuur trad het en bloc af! Deze eerste crisis draaide om eisen van het bestuur, waarmee een ledenvergadering op dinsdag 24 oktober niet instemde. Uit de brief d.d. 25 oktober 1961 aan de leden is niet duidelijk wat die eisen inhielden. Wel meldt de brief “verhitte discussies” en “opgezweepte gemoederen”. De leden worden opgeroepen de volgende dag bijeen te komen om zich uit te spreken over de gestelde eisen en om een nieuw bestuur te kiezen.

Op donderdagavond 26 okt. krijgt het afgetreden bestuur toch weer het vertrouwen van de ledenvergadering. Het voortbestaan van Sandraudiga is gered en in de volgende maand kan het eenjarig bestaan gevierd worden. In december 1961 treedt Janus de Labie af en wordt vervangen door Annie Bastiaanse.

De volgende crisis diende zich enkele maanden later aan. Op de ledenvergadering van 24 april 1962 werd het onder druk van de pastoor ingebrachte voorstel besproken om geestelijke begeleiding bij Sandraudiga in te voeren, te verzorgen door de dominee én door kapelaan de Kroon. Het voorstel stuitte op principiële bezwaren van veel leden én op een persoonlijke aversie tegen de hypocrisie van de in Lederhosen gitaar spelende, maar oerconservatieve kapelaan. Het voorstel haalde het dan ook niet. Geëmotioneerd door de discussie, traden toch de voorzitter en vice-voorzitster af. Penningmeester Theo Laseroms werd de nieuwe voorzitter en het bestuur werd aangevuld met enkele nieuwe leden. Aan pastoor Rops werd bericht dat “een statutaire minderheid nog niet rijp is voor het idee van geestelijke begeleiding”.

Links: Annelies Bakx en Nel vd Berg. Rechts: Frans Lombart, voorzitter 1e en 3e bestuur.

April 1962 4e bestuur
Theo Laseroms ( voorzitter), Toon Vriends, Yvonne Gulikers, Ton Kunst, Annelies Bakx en Annie Bastiaanse. Vijf maanden later was weer de reglementaire tijd voor een bestuursverkiezing in de jaarvergadering aangebroken.

September 1962 5e bestuur
Toon Vriends( voorzitter), Yvonne Gulikers, Ton Kunst, Annie Bastiaanse, Harrie Havermans, Peter Dubbelman, Theo Laseroms.

November 1963 6e bestuur
Laatste bestuur bestaande uit Liza Herreijgers (voorzitster), Mariet Verkooijen (secretaris), Piet Adriaensen en Janus Brosens.

Activiteiten    

– Cultuur
* spreekbeurten
* lezingen etc.
* filmvertoningen
* concerten
* bonte avond door de eigen leden (declamaties, zang, sketches etc.)
* toneelvoorstellingen (in overleg met de Zundertse culturele organisatie “Podium”.)
– Muziek  door het eigen Sandraudiga bandje
– Sportdagen samen met de KAJ en VKAJ én met de RKJB en RKBJB
– Voetbalwedstrijden
– Natuurwandelingen + picknick  en kampvuur
– Nachtmis bij de paters Trappisten
– Fancy fair en loterij
– Excursies
– Tuinfeesten
– Carnavalsbals
– Pakjesavonden
– Geld verdienen voor de kas: vb. ijsverkoop op Bloemencorso en Bazaar nov. 1961
– Het uitgeven van een eigen Sandraudiga clubblad.

Het clubblad

In het blad schreven de Sandraudiganezen soms onder eigen naam, maar  vaak onder fraaie pseudoniemen als Peter Sparrow , Piza,  Bonnie, Ewas, Boer Biet, Cecil B. de Miel Bulk, Luis Catipro, LP de Prater, Waxer, Eduardo Tarconi, Paper Clip, Daniel Porter en Sir Yes Heam.

Er verschenen persoonlijke verhalen, serieuze discussiestukken, gedichten, reisbeschrijvingen, beschrijvingen van evenementen en festiviteiten. Alles geschreven in de stijl en woordkeus die hoort bij pubers en jonge adolescenten. De redactie bestond uit Peter Kunst, Emile Wassenaar, Piet van der Zanden, Ella van de Heuvel, Peter Dubbelman en Theo van Rijn. De redactie mocht voor haar werkzaamheden gebruik maken van de kantoorruimte van de firma Lombarts. Het blad heeft twee jaar bestaan. De eerste jaargang van 1961 kende vijf krantjes, die in ruim een half jaar werden geproduceerd. De 2e jaargang, van het jaar 1962, bracht het tot minimaal 2 krantjes. (latere exemplaren zijn er noch in de herinnering , noch in enig archief aangetroffen.) Wellicht dat dus de redactie eind 1962 als eerste binnen Sandraudiga de pijp aan Maarten gaf door het gebrek aan aangeleverde kopij.

De redactie in actie. V.l.n.r. Ella vd Heuvel, Peter Kunst, Peter Dubbelman, Kees Huijbregts.
Accommodaties

Het Parochiehuis
Sandraudiga kwam veelvuldig bijeen in het parochiehuis. In het gebruikersreglement was o.a. bepaald dat het aanwezige servies niet gebruikt mocht worden door derden. Ieder lid van Sandraudiga bracht een eigen kop en schotel mee naar het parochiehuis, waarvoor een stukje van een keukenkast werd gereserveerd. Bijeenkomsten in de grote zaal (vergaderingen, sprekers, filmvoorstellingen, amusementsavonden etc. ), wekelijks gebruik door de afdeling tafeltennis. Gebruik voor de Bazaar

Huis, werkruimte en tuin van Brokx
Niet alleen was Frans Brokx coachend bestuurslid, maar hij was ook samen met zijn vrouw Ria, veelvuldig gastheer voor vergaderingen en besprekingen in zijn woonkamer. Daarnaast was de “actieve kunstclub” wekelijks bezig in zijn architectenatelier (al snel noemden Sandraudiganezen dit atelier “de keet van Brokx”). Zelfs de tuin werd incidenteel ingezet voor drukbezochte tuinfeesten.

Horecazalen
Incidenteel werd gebruik gemaakt van andere accommodaties zoals de zaal van de  Roskam (carnavalsfeest)  en het theehuis op het sportpark (carnavalsfeest en bal ná sportdagen)  en het zaaltje van de Ossekop.

Thuis bij de leden van afdelingen
De debatingclubs, de band en de discoclub kwamen meestal bij elkaar bij leden thuis.

Een eigen onderkomen op de zolder bij Jan Sigaar
In de loop van 1963 werd de lang gekoesterde wens van een eigen jeugdhonk omgezet in het gebruik van een bovenruimte van de oude sigarenfabriek van de familie Arnouts. Deze zolderruimte werd met vereende krachten gebruiksklaar gemaakt en ingericht met 2e hands meubilair. De normale activiteiten van Sandraudiga werden in deze vrij beperkte, maar wel supergezellige ruimte voortgezet. Er werden sprekers uitgenodigd en bijeenkomsten gehouden. In de herinnering van een oud-lid werd de zolder echter vooral gebruikt om “te feesten en te vrijen”. Van dat feesten kan ik me nog herinneren, dat ik eens beneden vol verbazing heb staan kijken naar de doorbuigende houten vloer, waarop de meute stond te dansen. Ook het opheffingsfeest is in 1964 op deze zolder spetterend gevierd, aldus een van de aanwezigen, die na afloop richting Wernhout fietste, terwijl hij in Rijsbergen woonde.

De financiën

Het financiële jaarverslag, opgesteld door penningmeester Theo Laseroms, over de eerste 9 ½ maanden (november 1960 tot eind augustus 1961) laat een omzet zien van fl 1.477. De inkomsten zijn grotendeels door de leden opgebracht via inschrijfgelden, contributies en bijdragen voor evenementen.  Daarnaast zijn er inkomsten van donateurs, schenkingen en bijdragen van anonieme sympathisanten. De grotere uitgaven bestaan uit zaalhuren, kosten verenigingsorgaan, ontspannings- en culturele avonden, koffie & koek én reiskosten ( met de bus naar de BRT in Brussel). Dit eerste financiële overzicht sluit met een positief saldo van fl. 47,20.

Het tweede financiële verslag over het volle verenigingsjaar (september 1961  – augustus 1962) kent een aanzienlijk hogere omzet van fl. 3.068. Aan contributies en bijdragen van leden voor evenementen is ruim fl. 1.000 binnengekomen. De grootste inkomstenpost van ruim fl. 1.400 is verdiend met ijsverkoop bij het bloemencorso en met de opbrengst van de Bazaar en een loterij. Aan schenkingen en donateurs is ruim fl. 300 ontvangen. Ook is de eerste subsidie van de gemeente Zundert à fl. 100,- ingeboekt.

Aan de uitgavenkant zijn de grootste posten: culturele activiteiten (fl. 856), papier (fl. 361), prijzen voor de Bazaar (fl. 695) en donaties (!) aan het parochiehuis, Oost-priesterhulp en de Zundertse Gezinszorg. Dit jaaroverzicht sluit met een positief saldo van fl. 195,95.

Voor het daaropvolgende verenigingsjaar september 1962 – augustus 1963 is nog wel een begroting gemaakt, maar een jaarrekening is niet meer in de archieven gevonden.

Algehele conclusie; de vereniging heeft altijd de tering naar de nering gezet. Voor zover bekend, waren er bij de liquidatie geen openstaande rekeningen.

Het einde van Sandraudiga

De  Jongerenvereniging Sandraudiga heeft maar enkele jaren bestaan. De eerste twee jaren vormden de bloeiperiode van de vereniging. Eind 1962 waren de eerste tekenen zichtbaar van een afnemend enthousiasme en het begin van een neerdalende lijn. Al in augustus 1962 stond in het “Sandraudiga Nieuws” het artikel “In Memoriam de Disco Club ?“,  waarin Emile Wassenaar de leden van deze onderafdeling oproept naar de vergadering te komen om te beslissen over het voortbestaan van de discoclub en het verdelen van het kassaldo van fl. 15,-. Emile’s conclusie: er moet een nieuw bestuur komen, anders legt de disco club het loodje.

In datzelfde nummer van het “Sandraudiga Nieuws” signaleert LP de Prater de teruglopende activiteiten van de “Aktieve Kunstgroep”, waarvan de leden hun creativiteit omzetten in schilder- en boetseerwerken en allerhande curiositeiten. De schrijver hoopt dat deze mooie onderafdeling, die bijeenkomt in het architectenkantoor (“de keet”) van Brokx niet ten onder zal gaan, maar nog een gouden toekomst zal beleven.

Al eerder is vermeld, dat dit nummer van het “Sandraudiga Nieuws” het laatste is geweest, dat de redactie heeft uitgebracht. In het derde jaar van haar bestaan (1963) heeft Sandraudiga nog wel een aantal activiteiten gedaan, naast het inrichten van de zolder bij Jan sigaar. Activiteiten in dat jaar zijn o.a. met een bus van de Flying Dutchman naar een concert van de Durch Swing college Band in de Nobelaer in Etten, een lezing over helderziendheid, Film Faja Lobbi,  Carnavalsbal voor leden en introducés in de Roskam, lezing door Hoofdinspecteur A. Puntman van de Bredase recherche, ijsverkoop bij het bloemencorso (opbrengst fl. 537,- ), de broer van Brokx vertelt op de zolder van de oude sigarenfabriek over zijn werk bij luchtvaartmaatschappij “Olympic Airways” uit Griekenland. In ieder geval is er in november nog een nieuw bestuur aangetreden.

Volgens een briefje van dit bestuur aan de gemeente had de jongerenvereniging in februari 1964 nog 30 leden.

In de loop van 1964 is het kaarsje gedoofd en is de vereniging “ingeslapen”. Min of meer als een natuurlijk proces, heeft de iets jongere Zundertse generatie in 1965 het stokje weer opgepakt en ROTOR opgericht.

De reünies  en  voetbalwedstrijden met Rotor 

Al in 1965 werd de eerste reünie gehouden voor de oud-Sandraudiganezen. Een aantal jaren later hebben oud-Sandraudiganezen voetbalwedstrijden gespeeld tegen het toen bloeiende Rotor. Met name in 1971, 1981 en 1982. Sommige van deze wedstrijden kregen veel opgeklopte publiciteit in de plaatselijke pers. Een van de wedstrijden is zelfs door “Jantje Foto” op film vastgelegd.

1982:  Sandraudiga – Rotor  0 – 1
De poltieke nachwuchs in de Jongerenpartij

Ná de opheffing van Sandraudiga bleef een groepje jongelui vriendschappelijk contact houden met Frans Brokx.  Bij de bespreking van allerhande daagse zaken en wereldproblemen werd vanzelfsprekend ook de Zundertse politiek behandeld. De kritische noten van de jongelui en het verwijt van “ouwe knarrenclub”, ontlokte bij Brokx de opmerking: “doe dan zelf mee als je het beter kunt”. Theo Laseroms en Peter Kunst namen deze uitdaging aan en richtten, samen met anderen,  de Jongerenpartij op, om mee te doen aan de gemeenteraadsverkiezingen van juni 1970.  Het werd een daverend succes. De partij kreeg 3 raadszetels en lijsttrekker Theo Laseroms werd ( na loting!) wethouder. De “ouwe knarrenclub” was flink verjongd!

De  Zundertse gemeenteraad van 1970 met de drie jongemannen van de Jongerenpartij,
                                   Theo Laseroms(29 jr.), Peter Kunst(27 jr.) en Jos Hereijgers(25 jr.).
V.l.n.r. onderste rij: ambtenaar van Weert,  W. Leeuw, Toon Verheijen, Sjef van Bedaf, Louis van Hasselt en ambtenaar van Geffen.
Tweede rij:  Jan Koeken, Jos Hereijgers, Peter Kunst, Toon Hoekman en Christ Huijbregts.
Bovenste rij:  Piet Mertens, burgemeester Kievits, ambtenaar Stoffelen, Theo Valk, Theo Laseroms, Janus Matthijssen, Jos Arnouts en Sjef Pellis

In 1974 werd de Jongerengroepering de grootste partij bij de verkiezingen en behaalde 3 raadszetels. Met één stem meer waren het er  zelfs 4 geweest, maar nu viel de restzetel toe aan de tweede grootste partij.  En wederom werd Theo Laseroms wethouder. Deze keer met de unanieme steun van alle 14 collega-raadsleden.
In 1977 trad Peter Kunst terug als raadslid en werd opgevolgd door André van der Kloot. In januari 1978 trad Theo Laseroms af als wethouder. Het wethouderschap was niet meer te combineren met zijn nieuwe baan. Het lukte de partij niet om een kandidaat uit eigen gelederen als Theo’s opvolger benoemd te krijgen.
Bij de verkiezingen van mei 1978 was de partij omgedoopt in “Algemeen Belang” en haalde 2 raadszetels, die toevielen aan Theo Laseroms en André van der Kloot.
In 1982 haalde Algemeen Belang nog één zetel.(raadslid André van der Kloot).
Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1986 deed Algemeen Belang niet meer mee.

Activiteiten SANDRAUDIGA in 1961 en 1962

Hierna wordt een aantal ( niet alle) activiteiten vermeld uit de jaren 1961 en 1962.

1961

3 Januari: Ledenvergadering /  Bestuursverkiezing. Aantal leden: 57 personen.  (aanwezig op de ledenvergadering 46).
Woensdag 25 januari:  “Geschiedenis van Zundert”  lezing door Albert Delahaye, archivaris 
8 februari: Carnavalsbal in Theehuis sportpark . Leden gratis,  introducés 50 cent. Prijzen voor de origineelste kostuums:  Fried Manders, Karel Snepvangers, Theo van Rijn, Trix Rooymans en Ans van Koolwijk. 
Vrijdag 14 april: Excursie naar de BRT studio’s  te Brussel. ’s Avonds concert, Prelude van “Tristan und  Isolde” van Richard Wagner. Deelnemers 46 personen. Volle bus van “The Flying Dutchman”. De volgende dag roept Fr. Brokx een bestuursvergadering bijeen om te praten over het gedrag van verschillende leden tijdens het concert en de terugreis.
Dinsdag 2 mei: Schrijver Toon Kortooms met een lezing over “Brabantse Humor”. In het parochiehuis 100 schaterlachende toehoorders. (leden én donateurs).
Donderdag 18 mei: pater Werenfried van Straaten (oprichter van Oostpriesterhulp) zou een lezing geven over “de Wereld in Nood”. O.a. situatie in het Verre Oosten en achter het IJzeren Gordijn. Omdat de pater door familieomstandigheden verhinderd was, werd hij uitstekend vervangen door dhr. Cees Griffioen, die samen met Sandraudiga de voorbereidingen voor de lezing had getroffen. De lezing werd bijgewoond door 150 personen. 
2 juni: Contactavond:  55 personen. O.a. discussie over etiquette en planning van activiteiten. De uitnodiging melde ook:  “Zij die nog geen kopje en schotel hebben ingeleverd, krijgen geen koffie.”  Dit was een consequentie van het “Reglement voor de gebruikers van het Parochiehuis”, waarin o.a. stond , dat de keuken voor alle gebruikers verboden terrein was.  Er mocht nog net koffie gezet worden, maar het servies van het parochiehuis gebruiken, was te veel gevraagd.
Zaterdag 24 juni: Sportmeeting Sandraudiga –  KAJ  – VKAJ op sportpark de Wildert. Atletiek, zaklopen, wielrennen, hindernisloop, 1500 meter, kogelstoten, tandemraces, volleyballen  en voetballen. ’s Avonds Brabantse koffietafel en dansen in het paviljoen (theehuis).
Vrijdag 4 augustus:  Natuurwandeling met picknick en kampvuur in de Franse mast. Vertrek vanaf het  “Margriet van de Laerplein”  (toen de officiële naam van de Zundertse Markt).
Dinsdag 8 augustus:  Tuinfeest bij Brokx. Omdat de grote meerderheid van de leden óver is, of geslaagd voor een examen, organiseert de fuifcommissie een “Sandraudiganees – Amerikaans Tuinfeest”. De enkele leden die zijn blijven zitten of gezakt zijn,  kelneren op het feest. Een succes!
Dinsdag 29 augustus: Excursie naar bierbrouwerij Stella Artois in Leuven. Het bierproeven viel in goede aarde en verhoogde de stemming op de terugreis in de bus. 45 personen maakten deze reis mee, voorzien van een akkoordverklaring van de commandant van de Marechaussee.

Sandraudiga op excursie in de brouwerij van Stella Artois

Zondag 3 september/maandag 4 september:  Bloemencorso. Veertig Sandraudiganezen verkopen ijs om de kas te spekken. Opbrengst fl. 376,99. (10 % van de omzet).
Zaterdag 16 september: Binnensportdag met K.A.J. en V.K.A.J.  (biljarten, dammen, sjoelen, tafeltennis en tafelvoetbal).
Zaterdag 14 oktober: Lezing door grafoloog J. Timmermans over: “de geheimen van het handschrift”. Kwaliteiten en eigenschappen van bekende personen als Vincent van Gogh,  Goethe, Schweitzer en Napoleon werden door dhr. Timmermans afgeleid uit hun handschriften.
Zaterdag 11 November:  Viering van het eenjarig bestaan met een koffietafel én diverse sprekers, respectievelijk Frans Lombarts, kapelaan Jan Hoevenaars, dominee drs. v.d. Berg, burgemeester Manders, P. Melief van de Diocesane Jeugdraad en Frans Brokx. Afsluitend een door Sandraudiganezen zelf verzorgd cabaretprogramma.
24, 25 en 26 november:  Bazaar. Een groots opgezet weekend met als doel een financiële start te maken voor het realiseren van een jeugdhuis t.b.v. de Zundertse jeugd! Al in september was een vijftigtal bedrijven gevraagd spullen te schenken als prijzen voor het rad van avontuur en voor de loterij.  Het werd een succes. De totale opbrengst lag boven de fl. 1.000,-
Woensdag 29 november:  bezoek aan de Wiener Eisrevue in Antwerpen voor de ijsverkopers van het bloemencorso.
28 december: Combi-viering van Sinterklaas + Kerstman. Surprises van maximaal fl. 1,25. Optreden van de eigen Sandraudiga muziekband met zangeres.

1962

Zaterdag 20 januari: “De mens en zijn versiering”,  lezing door Frans Brokx. Mode, make-up en sieraden van de westerse mens en van primitieve volkeren in Afrika, Australië en Zuid-Amerika.
Zaterdag 10 februari: lezing door psycholoog / neuroloog  Dr.  B. Schmidt  uit Breda over het verstand op school, bij het werk en in de maatschappij. Honorarium fl. 60,- inclusief reiskosten. De ouders van de leden worden voor deze lezing ook uitgenodigd.
Dinsdag 20 februari:  Ledenvergadering en film Iwan de Verschrikkelijke in de Van de Wall school
Zaterdag 3 maart : Carnavalsbal in de zaal van de Roskam voor leden en introducés. Prins Manus en prinses Yvonne én een raad van elf geven acte de préséance. Eigen carnavalslied (op de wijze: “en datte me toffe jongens zijn”). Zeer geslaagde avond.
Donderdag 26 april: demonstratie heren- en dameskapsels in kapsalon Modern van Jan Vermeulen
Zaterdag 28 april: picknick en kampvuur in de Franse Mast. Goede stemming ondanks slecht weer.
Zondag 3 juni: deelname aan de Zundertse Culturele Dag met volleybal, atletiek en tafeltennis.
29 juli: sportdag van jeugdverenigingen J.V.S., K.A.J., V.K.A.J., R.K.J.B. en R.K.B.J.B. op sportpark de Wildert. ’s Avonds prijsuitreiking (medailles voor Mariet Verkooijen, Toon Vriends en Adrie  Breugelmans) en bal in het parochiehuis.  Gemeentelijke subsidie fl. 100,-.
Dinsdag 7 augustus: excursie naar fabriek General Motors en boottocht door de haven van Antwerpen. Bus met 45 deelnemers.

Peter Donkers, Margriet Gruijters, Frans Verheijen, Ab Schul, José v. Koolwijk, Frans v. Hassel, Marijke v Kakerken, Piet vd Zanden, Joyce Gruijters, Frans Driessens, Ad Verheijen in Antwerpen

3 september 1962:  ijsverkoop bij het Bloemencorso
14 september : sportdag K.A.J. – Sandraudiga 
Donderdag 4 oktober: samen met K.A.J. en R.K.J.B. discussie avond over het Tweede Vaticaans Concilie. Spreker: prof D. Dekkers + zang door koor uit Etten-Leur.
Donderdag 25 oktober: Voordrachtskunstenaar Ben van Hest draagt voor uit “Gesprek in de trein” van Graham Green en uit “Boule de Suif” van Guy de Maupassant. Zeer humoristische avond.
10 november: viering 2 jarig bestaan/Film De Grote Bedrieger met Tony Curtis in het Parochiehuis.
14 november: naar de IJsrevue
6 december: Pakjesavond/“Rommelavond”, amusement door eigen leden.
25 december: Nachtmis bij de trappisten (Cisterciënzer Abdij Maria Toevlucht).