Wernhout

De geschiedenis van Wernhout

De oorsprong van de naam Wernhout is niet geheel duidelijk. Hout staat voor hoogopgaand bos, maar Wern kan een eigennaam zijn als Waro, maar het zou ook op jachtterrein betrekking kunnen hebben, als in warande.

De oudste vermelding van Wernhout is in 1294 als Warenhout. Toen was reeds sprake van een heerlijkheid, in het bezit van Jan I Berthout van Berlaer. In 1381 werd de heerlijkheid verkocht aan Jan van Cuijk (1360-1442). In 1448 kwam het leengoed aan Frank van Borssele, die ook heer van Brecht was. Door vererving kwam Wernhout uiteindelijk aan de geslachten Van Culemborg en Bailleuil. In 1618 werd de heerlijkheid gekocht door Johan van Aersen, die drossaard was van de Baronie van Breda. In 1698 werd de heerlijkheid door Cornelis van Aersen verkocht aan Willem III van Oranje, die toen ook Heer was van Breda. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog vormde Wernhout een onderdeel van Brecht en dus een enclave binnen de Baronie van Breda die aan de Hertog van Breda en dus aan de Zuidelijke Nederlanden toebehoorde. Dit duurde tot 1618.

Van belang voor Wernhout was de aanleg in 1812 van de Napoleonsweg die Breda met Antwerpen verbond. In 1883 kreeg Wernhout een eigen school. Pas in 1926 werd Wernhout een zelfstandige parochie. Niet alle parochianen wensten een nieuw kerkgebouw, daar velen kerkten bij de Lazaristen in Wernhoutsburg. Het kerkgebouw kwam er toch en de komst ervan werd uitbundig gevierd.