1896-1925 Verslagen van de Commissaris van de Koningin (Zundert en Wernhout)

Bron: Website BHIC

Afbeelding: schilderij van Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst (schilder Piet Slager)

Tussen 1896 en 1925 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij. Dit had hij in al die jaren over Zundert en Wernhout te melden:

Zundert en Wernhout

Den 1n. Juni 1896 bezocht ik de gemeente Zundert. Omstreeks 12.15 van Rucphen vertrokken, kwam ik te ± 1.15 te Zundert aan. Op de grens der gemeente kwam mij eene eerewacht van acht paarden tegemoet. De Heeren waren geen beste ruiters; ik moest herhaaldelijk stoppen, opdat ik de eerewacht niet vooruit zou rijden. Toen ik de kom der gemeente naderde, vormde zich langzamerhand een stoet van kruisboogschutters, handboogschutters, harmonie, eerewacht enz. enz. De bevolking was uitgelaten van vrolijkheid; heel Zundert was gevlagd. Voor het mooie groote raadhuis is een groot ruim plein. Een dochtertje van den wethouder Van Ginneken (in het wit gekleed met oranje sjerp) hield een toespraak (haar door de zusters geleerd) en overhandigde mij een bouquet; daarna stapte ik het Raadhuis op en nam ik in de raadszaal plaats. De burgemeester (Van de Wall) is een fatsoenlijk man; hij heeft echter het buskruit niet uitgevonden; hij is 45 jaar, ongehuwd en woont met zijne moeder (eene 81-jarige dame) op Walstein, een buiten, gelegen in het gehucht “de Buijs”. Hoewel Zundert Katholiek is, is de burgemeester dat niet. Het scheen mij toe, dat hij niet veel invloed had op de beide wethouders, en uit zijn spreken leidde ik af, dat hij het in den Raad ook nogal eens moest afleggen. De burgemeester is tevens secretaris; als klerk gebruikt hij een zoon van Gommers, den burgemeester van Rijsbergen; die jonge Gommers schijnt een knappe jongeman te zijn; hij is gediplomeerd aspirant-gemeentesecretaris. Hij heeft f. 200,- als ambtenaar ter secretarie, terwijl de burgemeester hem bovendien ik meen f. 350,- geeft van het tractement als secretaris. Daarvoor moet Gommers dan ook het meeste werk doen. Ik had eene drukke audientie; vooreerst de geestelijkheid. De pastoor van Achtmaal bepleitte sterk het tot stand komen van een harden weg vanaf Zundert over Achtmaal naar de Belgische grenzen, in aansluiting met Nieuwmoer. De notaris Van Mensch deelde mij mede, dat hij al 37 jaar notaris van Zundert was, en dat hij heel geen last van zaakwaarnemers had. De Rijk, cand. not. en majoor commandant van het 10de. bat. rust. schutterij, kwam zich aanbevelen, als er een notariaat vaceerde. Een tiental inwoners uit Achtmaal kwamen de belangen van hun dorp aanbevelen; in de eerste plaats vroegen zij om een harden weg van Zundert over Achtmaal naar België; verder beklaagden zij zich, dat zij geen gemeenteraadslid uit hun gehucht hadden. De leden van den Raad kwamen vervolgens hunne opwachting maken; aan die heeren drukte ik op het hart, en ik deed een beroep op hunnen goeden wil en hunne medewerking, om toch te helpen bevorderen, dat ieder deel van de gemeente in den Raad zou vertegenwoordigd worden. De belangen van de gemeente, de nooden en behoeften van de bevolking zouden alsdan veel beter gekend, en dientengevolge veel beter behartigd kunnen worden. De burgemeester had mij schriftelijk een lunch aangeboden, hoewel ik daarvoor bedankt had, had hij toch in een hotel wat laten klaar maken. Ik liet mij overhalen, om wat te gaan gebruiken en was verrast, dat in Zundert zoo’n net en goed hotel was. (De burgemeester van Halsteren, Pillot, is gehuwd met eene dochter van dien hotelhouder te Zundert). Met mij zaten aan de burgemeester en de beide wethouders; we zaten wat te praten, ik verpraatte zelfs wel een beetje mijn tijd. Op de markt stond harmonie enz. weer opgesteld. De eerewacht deed mij weer uitgeleide; twee van de ruiters waren blijkbaar te vermoeid geweest; er draafden althans maar zes ruiters achter mijn rijtuig aan, van wie ik te omstreeks 4.30 op de grens der gemeenten Zundert en Rijsbergen afscheid nam. De administratie, zoowel van den secretaris als die van den ontvanger, was goed in orde; slechts enkele kleine opmerkingen moesten gemaakt worden.

Den 12 September 1900 kwam ik weder in Zundert. Ik vernam van B. en W. dat Achtmaal nog niet in den Raad vertegenwoordigd is; van de raadsleden woont de wethouder Van Tichelt te Wernhout; de burgemeester op Walstein; verder wonen 4 raadsleden (onder wie de wethouder Van Ginneken) in de kom van Zundert; 2 te Klein Zundert; 1 te Driehoek; 1 te de Lint; en 1 achter Stuvezant. De familie Van de Wall woont sinds 1768 in Zundert; de burgemeester woont nog bij zijne moeder op Walstein. Verder is daar nog een halfwijze broeder aan huis. De familie Van der Hoeven heeft sinds 250 jaren possessies in Zundert; aan hen behoort de Moeren, waar zij woont, en de boerderij Angora of Buissche heide. Verder heeft de Heer Schutter van Rotterdam eene uitgebreide possessie onder Zundert, nl. Marieville. De weg, welke op kosten van Rijk en Provincie wordt aangelegd is bijna gereed; het is eene kapitale verbetering, en een echt buitenkansje voor de gemeente. De toestand van de armenklasse in Zundert is zeer bevredigend; sinds 10 jr zijn er geen werkelijke armen meer. Vooral frambozen worden in het groot geteeld, en geven veel voordeel, en verschaffen nogal werk. De arbeiders verdienen ’s winters f. 0,60 en ’s zomers f. 0,80; vrouwen f. 0,50. Werkdag van 5.30 tot 7.30 met drie uur schafttijd. Om en in de kom van Zundert hebben de arbeiders geen eigen varken; die verder van het dorp afwonen hebben dat wel. De raadsleden schouwen de waterleidingen; is er iets niet goed, dan waarschuwen zij B. en W., en handelen deze volgens het reglement. Bij invoering van leerplicht behoeft de gemeente niet te bouwen; de drie openbare scholen te Zundert, Wernhout en Achtmaal zijn groot genoeg. In 1899 kocht de gemeente een nieuw torenuurwerk van eene Berlijnsche firma voor f. 1.200; het komt mij voor, dat de burgemeester deswege aan een duur verkeerd adres is geweest.

Den 28 April 1904 kwam ik weer in de gemeente. Per rijtuig had ik tevoren Princenhage en Rijsbergen bezocht. Per tram keerde ik later naar Breda terug. Ik verleende audientie aan den wijnhandelaar Pillot, die zich nogmaals kwam beklagen, omdat de burgemeester bij eene raadsverkiezing had geijverd voor Hoppenbrouwers, terwijl Pillot ook candidaat was. Pillot kreeg 50 stemmen en Hoppenbrouwers 270. Ik achtte de bezwaren van Pillot ongegrond, en zeide hem dat. Daarna kwam Switzar, ambtenaar ter secretarie, een zoon van Dr. Switzar; bij eventueele vacature zou hij gaarne burgemeester worden. Vervolgens C. Victor de Bie, een boomkweeker, die vergunning vroeg om schadelijk gedierte (vogels) te schieten in zijne kweekerij; hem gezegd zijne aanvrage schriftelijk te herhalen en via den burgemeester in te zenden. Ten slotte verscheen Dillies, superieur van het Klein Seminarie te Wernhoutsburg, en Meuffels, économe aan hetzelfde seminarie. De Heeren kwamen hunne opwachting maken en deelden mede, dat zij op het moment 120 jongelieden voor de missies opleidden, meestal Hollanders. 5% onwettige geboorten; 25% gedwongen huwelijken. Dr. Switzar heeft bedankt als gemeentedoctor; op het oogenblik is er dus noch in Zundert, noch in Rucphen, noch in Rijsbergen een doctor. Bij periodieke gemeenteraadsverkiezingen worden meestal bij candidaatstelling de aftredende leden herkozen. Bij de laatste vacature, ontstaan door het overlijden van den wethouder Van Tichelt, was er een heftige strijd bij de stemming. Hoppenbrouwers werd toen met groote meerderheid tot lid van den Raad gekozen; hij werd toen tevens tot wethouder benoemd. Vóór 1890, toen v.d. Wall tot burgemeester benoemd werd, ging al het oud archief naar Den Bosch; de catalogus moet nog komen. Gemeente heeft haast geen eigendommen. Vóór 70 jaar bood het domein de domeingoederen (ruim 300 H.A.) aan de gemeente aan, als Zundert de grondlasten wilde betalen. Zundert wilde niet! Domein verkocht toen alles. Er wordt heel geen herhalingsonderwijs gegeven, omdat er geen liefhebberij voor is. Schoolverzuim was aanvankelijk erg, vooral doordat de processen-verbaal niet vervolgd werden; nu gaat het wat beter. Broodsgebrek wordt in Zundert nergens geleden; er zijn geen armen. Als er na een overlijden eene broodbedeeling is, kan men het brood haast niet kwijt worden. De menschen nemen het vaak mede, om er de geiten of de varkens mede te voeren! Meest allen hebben een pr geiten, en een pr varkens; die buiten de kom wonen bovendien een kalf, en een of twee koeien. Er is eene coöperatieve roomboterfabriek, door stoom gedreven; gaat zeer goed; verwerkt dagelijks 3.000 liter melk. Voorzitter v.d. Wall. Er is nog eene zeer talrijke landbouwvereeniging; 375 leden; bestelt jaarlijks misschien voor een ton krachtvoeder, zaaigranen en kunstmest; alles op gehalte en onder controle.

Den 19 Mei 1908 kwam ik weer in de gemeente. Van de Wall zit nu alleen: zijne moeder stierf voor 3½ jr, zijn ongelukkige broer voor zes weken. Prof. v.d. Hoeven heeft afgedeeld met zijne zuster, de weduwe Van der Schalk; Mevrouw v.d. Schalk kreeg Angora Hoeve; de Prof. kreeg de Moeren. Mevr. Van der Schalk is de weduwe van dien bekenden notaris te Lisse, die indertijd verdronken werd gevonden  in het Galgewater te Leiden. Zij is de moeder van de bekende socialiste, Mevr. Henriette Rolant Holst; deze laatste heeft geen kinderen, en is, om zich nuttig bezig te kunnen houden, in hare tegenwoordige extravagences gevallen. Roland Holst is een kunstschilder zonder reputatie; hij zou een deel van het muurschilderwerk aan de trap van de nieuwe Amsterdamsche beurs hebben uitgevoerd. Walstein en Angorahoeve grenzen aan elkaar; zijn slechts gescheiden door de Turfvaart. Burgemeester Van de Wall administreert voor Mevrouw Van der Schalk; hij klaagt er over, dat Mevrouw Rolant Holst zoo conservatief is; zij wil niet laten werken; wil niets voor het volk doen enz., terwijl ze er zeer goed bij zou zitten. De Moeren (het huis) is een gewoon dubbel huis; het ligt vlak aan den grooten weg Zundert-Rucphen, even voorbij de herberg “het Anker”. Een eindje verder, rechts van den weg, nogal een eind van den weg af, ligt een klooster van paters Cisterciensers. Zoowel op de Moeren als op de Buyssche heide moet prachtig hout staan; volgens v.d. Wall zouden beide possessies f. 160.000 à f. 180.000 waard zijn. De frambozencultuur wordt in Zundert nog veel sterker gedreven dan vroeger; is echter niet meer even loonend, doordat mét de groote aanplant ook het schadelijk insectengoed zich gelijkelijk vermeerderd heeft. Als vroeger 3 pond frambozen geplukt werden van één bos, dan komt men thans niet hooger dan één pond, vooral tengevolge van den frambozenkever. Om op een uitgerooid dennenbosch weer dennen welig aan het groeien te krijgen, wordt de grond volgender wijze behandeld: nadat de grond gelijk gelegd is, wordt er in het najaar per H.A. 2.000 K.G. kalk, 50 K.G. kainiet, en 500 K.G. thomas slakkenmeel over gestrooid; kosten f. 16, f. 10 en f. 10. Dan in het volgend voorjaar 125 K.G. lupinen voor f. 12,50. In het najaar worden de lupinen ondergeploegd; dan wordt weer voor f. 10 kaimiet en voor f. 10 thomas slakkenmeel gezaaid, en dan wordt rogge gezaaid, 3 H.A. = f. 15. Op die rogge wordt in het voorjaar weer voor f. 12,50 lupinen gestrooid. Die rogge is dan minstens f. 150 de H.A. waard. Als de rogge gemaaid wordt, dan blijven de lupinen staan; dan in het najaar de lupinen weer omgeploegd enz. enz. juist als het voorgaand jaar; als de rogge voor de tweede maal geoogst is, worden in het volgend najaar de lupinen weer omgeploegd, en in den winter plant men dan de jonge dennetjes op. Charles van Ginneken, de bekende boomkweeker, wil gaarne het praedicaat “Koninklijk” voeren; hij gaf mij mondeling enkele inlichtingen, en vulde die later nog schriftelijk aan.

Den 29 Maart 1912 kwam ik weer in Zundert; vanuit hotel “De Kroon” te Breda reed ik er per auto heen; later bezocht ik nog Rucphen, en keerde vandaar naar Breda terug. Ik verleende audientie aan Charles van Ginneken, die kwam bedanken, omdat ik aan zijne kweekerij het praedicaat “Koninklijk” bezorgd had; aan notaris De Bie, die de aandacht kwam vestigen op een door hem met Van Oers, grondeigenaar te Rucphen, aan G.S. ingezonden request om eene waterleiding, die gedeeltelijk onder Zundert gedeeltelijk onder Rucphen ligt, op den legger geplaatst te krijgen; aan Victor de Bie, die in zijne kweekerij last van vogels en konijnen heeft, en die gaarne wil wegschieten; en aan Van Beek, compagnon van Jules Pillot, die kwam bedanken, dat ik hem geholpen had, toen hij met den burgemeester moeielijkheden kreeg over het plaatsen van stroomijten voor de stroohulzenfabriek. De raadsleden wonen thans goed over de gemeente verdeeld; ook Achtmaal is thans in den Raad vertegenwoordigd. Gemeente zorgt thans heelemaal voor het onderhouden der waterleidingen, en doet dat, volgens B. en W. heel goed. In gemeente is een dokter en eene vroedvrouw; beide zijn beslist heel goed. In der tijd is het oud rechterlijk archief opgehaald en naar Den Bosch gebracht; of er toen ook andere oude stukken mede naar Den Bosch gegaan zijn, weet men niet; behalve doopboeken en derg. zijn er geen stukken oud archief meer aanwezig; een catalogus is er dan ook niet. Armoede wordt er in Zundert niet geleden; er is eene oude stichting van Margariet van de Laar van 1450; bestuurd door den tijdelijken pastoor, burgemeester, armmeester en heiligen-geestmeester. Eenige inkomsten waren de pacht van eene boerderij; daaruit konden zes armen amper bedeeld worden; thans zijn de gronden van die boerderij afzonderlijk aan de boomkweekers enz. verhuurd en brengen f. 1.600 op; daarmede kan men de verzorging van 14 armen betalen. De Roomboterfabriek verwerkt 6.000 Liter melk daags; Van de Wall is nog voorzitter. Ook is hij nog voorzitter van eene bloeiende landbouwvereeniging. Daarnaast bestaan eene afdeeling van den Boerenbond, en eene Boerenleenbank. Vele boeren zijn lid zoowel van de landbouwvereeniging als van den Boerenbond. De frambozencultuur breidt zich sterk uit; vooral in 1911 maakte men goede zaken. Terwijl men in 1910 niet meer dan 5 cnt per liter kon maken, bekwam men in 1911 dertig cnt, en loopen de commissionnairs nu reeds de huizen plat en bieden voor het gewas 1912 vijfentwintig cent. Voor zoover men wist, was tot nu toe nog niemand bereid bevonden om tegen 25 cnt het product 1912 te verkoopen; algemeen verwacht men dat de prijs hooger zal worden.

Den 10den Augustus 1917 kwam ik weer in Zundert; tevoren was ik in Rucphen geweest. Wethouder Hoppenbrouwers is stijf van de rheumatiek; hij kan niet meer loopen, en houdt zich aan tafel en stoelen vast; treurig om aan te zien. De leden van den gemeenteraad wonen goed over de gemeente verdeeld; Achtmaal heeft thans 2 leden. Armoede is in Zundert thans geheel onbekend; er wordt veel geld verdiend; voortdurend is er 1.000 tot 1.500 man inkwartiering, hetgeen tot geen bezwaren aanleiding geeft, en veel geld onder de menschen brengt. De frambozen en aardbeien brachten veel geld op, naar schatting f. 250.000 tot f. 300.000; en ten slotte worden er schatten verdiend met smokkelen. De boomkweekers hebben echter groote reden tot klagen; het gaat hen beslist slecht sinds den oorlog; zij bestonden vooral van de export, en die hield heelemaal op. v.d. Wall is nog Voorzitter van de Roomboterfabriek 12.000 Liter melk en van de Landbouwvereeniging (500 leden). De Boerenleenbank kreeg een harde klap, toen voor een pr jaren de zaken in de war bleken, een ton verdwenen was, en de directeur 2 jr gevangenisstraf kreeg. Vele leden van den Boerenbond zijn tevens lid van de landbouwvereeniging. Gemeente onderhoudt de waterleidingen goed; zij besteedt daaraan veel geld. Burgemeester wordt vervolg door Jules Pillot en diens aanhang; op alle mogelijke manieren tracht Pillot hem het leven onaangenaam te maken. Het artikel in De (Bredasche) Noordbrabanter, dat hij dijkgraaf is van de Aa of Weerijs, terwijl hij in dat waterschap niet meer stemgerechtigd zou zijn, is ook van de kliek “Pillot” afkomstig. Van de Wall stelde mij eene nota ter hand, waaruit luce clarius blijkt, dat hij stemgerechtigd is, omdat hij daartoe schriftelijk is aangewezen door de Mij. tot Bevordering van Welstand onder Landlieden in Noordbrabant, van welke Maatschappij hij hoofdbestuurslid is.

Den 11 Juli 1921 kwam ik weer in Zundert en in Rijsbergen. Burgemeester v.d. Wall vierde dezer dagen zijn 70ste. verjaardag. Men had mijne medewerking gevraagd om hem eene Koninklijke onderscheiding te bezorgen. Tot mijn leedwezen kon ik die niet verleenen; daarvoor is hij een te groote autocraat. Hij heeft zeker zijn verdiensten, zoowel als burgemeester als ook als Voorzitter van het Waterschap de Boven Mark. Hij weet zich echter niet aan te passen; hij weet het alleen en wil geen overleg plegen met zijn tegenstanders. In den Raad heeft hij nog amper de meerderheid 6 tegen 5. Bij de volgende Raadsverkiezing moet hij er zeker onderdoor. Op mijne audientie verschenen twee raadsleden, om over den burgemeester hun bitteren nood te klagen. Ik geloof, dat de menschen gelijk hadden; ik heb hun echter verweten, dat ze met hunne klachten bij mij kwamen; die hoorden niet bij mij, maar bij den Raad. Toen ik er later den burgemeester over interpelleerde, bleek het, dat er voor de klachten grootendeels een goeden grond bestond. Een van de klachten was, dat burgemeester geen medewerking verleende bij den bouw van woningen door eene bouwvereeniging. Dat er groote woningnood heerschte bleek wel uit de omstandigheid, dat er thans 42 woningen met Rijkspremie zullen worden gebouwd, terwijl de behandeling van nog eenige aanvragen in Den Haag nog niet is afgeloopen. Het Statenlid Jules Pillot is wel een groote stokebrand, die altijd tegen v.d. Wall ageert; maar als de burgemeester niet zoo steil was, zou er veel minder reden zijn om tegen hem te ageeren. Mijne audientie nam zeer veel tijd in beslag; daardoor schoot er minder tijd over voor B. en W. dan ik wel gewenscht had. Bovendien is de Heer v.d. Wall zeer langdradig, wanneer men hem iets vraagt.

Den 15 Juni 1925 kwam ik na in Rijsbergen te zijn geweest, weer in Zundert. Men is bezig de Raadszaal te restaureeren; dat was hard noodig; er was in geen tachtig jaar iets aan gedaan. Naar het schijnt, wordt die zaal nu heel behoorlijk. De secretarie is ook veel te klein, en niet meer voldoende voor de behoeften eener gemeente van 6.500 zielen. Daar zal op den duur de kamer van den burgemeester wel bijgetrokken moeten worden. Gelukkig heeft men achter het Raadhuis nog voldoende terrein, om een bijbouw te kunnen doen plaats hebben. Geen woningnood; daar staan er verschillende ledig. In den Raad zitten 7 boeren, 5 burgers en 1 arbeider. Er waren geen partijen in de gemeente, totdat Pillot zich daar vestigde, en de groote stokebrand werd. Hij deed dit niet zoozeer uit eigen aandrift, alswel onder den druk van den tegenwoordigen pastoor van Zundert, die het burgemeester Van de Wall niet kon vergeven, dat hij Protestant is. De vorige Pastoor, een broeder van den Gedeputeerde v.d. Biesen, was in dit opzicht veel verstandiger en meer raisonabel; toen waren er nooit moeielijkheden en ging alles goed. Eene quaestie over schoolbouw ingevolge de onderwijswet 1920 kwam de slechte verhoudingen verscherpen; als pastoor en burgemeester overleg hadden gepleegd, zou alles zonder moeielijkheden geregeld zijn geworden. Nu gaf het hevige ruzie, waarbij de burgemeester slechts zijn plicht deed, maar waardoor de goede verhoudingen voor goed verstoord werden. Vijf Raadsleden voeren voortdurend eene hevige oppositie tegen alles, wat van B. en W. of van den burgemeester uitgaat; een zesde Raadslid sluit zich dikwijls bij die vijf aan. Electriciteitsbedrijf gaf in 1924 een klein voordeelig saldo; sinds is Klein Zundert nog geëlectrificeerd; daarvoor werd eene garantie gesteld. Rest nog Agtmaal; Zundert zal voorloopig renteloos de kosten van den benoodigden 6 K.M. langen kabel voorschieten; Ir. van de Wall te ’s Hage, een broer van den burgemeester, eigenaar van Walstein, waar de burgemeester woont, zal f. 2.500 geven. Men hoopt spoedig Agtmaal geholpen te zien. Geen armoede; des winters bijna geen werkeloozen; zij kunnen gemakkelijk geholpen worden. De zuivelfabriek gaat goed; v.d. Wall is nog president. Bijna geen industrie: steenfabriek Rommens en Co die 3.500.000 steen maakt; een timmerfabriek van Gebrs Franken gaat nogal goed; gevestigd in de oude wijnzaak van Pillot; eene kunstmatige dennenzaaddrogerij onder leiding van de Nederl. Heide Mij. gevestigd bij de Wed. De Bie-Van Aalst en Zn.